Alle apparaten(opstelling 1001, 1002, .. ) leveren drie grafieken:

  • De trillingen-uitslag van de laatste 24 uur. Deze schuift dus elke 10 minuten een stukje op en laat de vóórlaatste 24 uur zien.
  • Een piek-uitslag van de laatste 24 uur wordt er uitgehaald en in detail uitvergroot.
  • de derde grafiek geeft een samenvatting van de voorgaande 7 dagen.

De horizontale assen geven dus de tijd weer; bij de eerste grafiek is dit 24 uur,  bij de tweede een tijdsduur van ca 2 minuten en bij de derde grafiek 7 dagen.

De verticale as is bij alle drie de grafieken eender. Het geeft de factor “Veff, max” weer.
Uit te spreken als “V effectief max”. Je kunt je van deze factor nauwelijks een voorstelling maken, maar het is de factor, die in de richtlijnen wordt gebruikt om de hoeveelheid hinder aan te duiden. De volgende grenzen gelden daarbij.

  • 0,2 is de gevoelsgrens, daaronder merk je nauwelijks iets.
  • 0,4 is goed voelbaar en de normgrens voor de nacht
  • 0,8 is goed voelbaar en de normgrens voor overdag.

Meestal is de uitslag van de vloeren in de ruimten, waar de hinder ervaren wordt veel hoger dan die gemeten wordt aan de gevel. Dit verschil kan een factor 2 zijn.